Giftenaftrek: de nabeschouwing
Plus, waarom techfilantropen zo slecht nog niet zijn en we noodhulp misschien beter kunnen voorschieten
Deze nieuwsbrief bestaat uit een paar delen:
Een korte terugblik naar aanleiding van de reacties die ik heb ontvangen op mijn artikel over de giftenaftrek, met aandacht voor de vraag: hoe sturend moet de overheid zijn bij filantropie?
Waarom we misschien minder negatief over techfilantropen moeten doen
De potentie van ‘anticipatory cash transfers’ als hulpmiddel bij natuurrampen.
Gebruik de links om gelijk naar een van de onderdelen te gaan, of lees het gewoon lekker allemaal. Veel leesplezier!
Giftenaftrek: de nabeschouwing
De belangrijkste vraag waar ik mee bleef zitten na het schrijven van het stuk en het zien van de reacties was: is het aan de overheid om donaties aan bepaalde doelen te stimuleren?
Jan Commissaris merkte op dat zowel bij de huidige giftenaftrek als bij matching (het alternatief dat ik voorstelde) er geen onderscheid wordt aangebracht wat betreft de ‘zinvolheid en effectiviteit’ van ANBI’s. Momenteel stuurt de overheid giften alleen via de culturele multiplier, maar dat heeft meer met thema dan effectiviteit te maken. Er is dus geen extra stimulans vanuit de overheid voor organisaties die het bijzonder goed doen, of werken aan onderwerpen die bijzonder belangrijk zijn.
Volgens mij kun je ook wel vraagtekens plaatsen bij het idee van een overheid die giften heel erg aanstuurt om giften een kant op te laten gaan. In mijn artikel besprak ik bijvoorbeeld hoe het vrijwillige aspect van filantropie tot maatschappelijke betrokkenheid leidt. Raak je dat kwijt als de overheid min of meer bepaalt waar je aan moet geven?
Een elegante oplossing voor dit probleem kwam van lezer Jesper Cockx, die het idee van quadratic funding opperde. Quadratic funding is een systeem voor het matchen van giften waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met hoeveel er wordt gegeven, maar ook hoeveel mensen ergens aan geven. Deze post op de website Finematics legt het concept verder uit, maar in brede zin komt het erop neer dat het bedrag dat de ‘matching partner’ (in dit geval de overheid) bijlegt, omhoog gaat naarmate meer mensen aan een doel geven. Zie het onderstaande plaatje voor een voorbeeld van hoe dat eruit zou zien.
Dit systeem lost mooi het ondemocratische aspect van de giftenaftrek op: in plaats van dat grote gevers een relatief grote invloed hebben op de besteding van belastinggeld, zijn het de grote groep kleine gevers wiens stem zwaarder telt.
Ik kan wel een paar problemen bedenken. Er is bijvoorbeeld veel te winnen voor potentiële fraudeurs, door grote bedragen op te delen in kleine giften (en eventueel te verdelen over veel gevers) om aanspraak te maken op grote hoeveelheden overheidsgeld. Ook past de formule linksboven in de afbeelding niet echt bij mijn ‘simpel is beter’-advies, en kan ik me voorstellen dat transparantie een uitdaging wordt.
Maar dit is wel het type innovatie dat de giftenaftrek nodig heeft. Keep ‘em coming dus!
Zijn de techfilantropen zo slecht nog niet?
Er is een hoop kritiek op ‘techfilantropen’. Ergens is dat logisch, er valt ook een hoop te bekritiseren. ‘Move fast and break things’ klinkt leuk en aardig als je het over de UI van Instagram hebt, maar een stuk minder voor het openbaar onderwijs van New Jersey. En hoe weten we dat het niet gewoon een manier is om onder belastingen uit te komen?
Enfin, vandaag wil ik met behulp van een artikel uit The Economist de andere kant belichten. Want los van of je de filantropie uit Silicon Valley goed of slecht vindt, is het op een aantal manieren duidelijk anders. Twee verschillen in het bijzonder springen eruit: ze geven meer, en ze geven makkelijker.
In de grafiek hierboven zie je het eerste deel daarvan. Natuurlijk is er ook simpelweg heel veel geld om te geven in tech, maar dat kun je over de financiële sector ook zeggen en het verschil hier is toch wel schrijnend. The Economist noemt verder ook dat (volgens consultant Bain & Company) in India techmagnaten ongeveer 8 procent van de totale welvaart onder superrijken hebben, maar rond de 35 procent van de filantropische giften voor hun rekening nemen.
Het tweede verschil is de manier waarop ze geven. Ik vond het voorbeeld van hoe FundApps CEO Andrew White zijn geld weggaf veelzeggend:
The model that big-name philanthropists have followed for generations—setting up a private foundation and hiring a team to run it—was out of the question. “Creating another organisation to manage your money is just wasting it,” says Mr White. After all, he says, “these people are very good at what they do, so why don’t you trust them to do it?” In the end, Mr White gave the money to Founders Pledge, a British charity with more than 1,700 members in 39 countries. He told Founders Pledge he would like the cash to go to education and poverty relief in poor countries, then left its researchers to sort out the details.
Nogmaals, je kan veel zeggen over techfilantropen, maar dit lijkt me onmiskenbaar goed. Sinds Carnegie1 geloven de superrijken al dat zij vanwege hun onmiskenbare talent de aangewezen mensen zijn om te besluiten hoe publieke middelen moeten worden besteed. Als de nieuwe filantropen een ‘leave it to the experts’-mentaliteit kunnen omarmen lijkt dat me zonder twijfel een verbetering.
Moeten we noodhulp voorschieten?
Doneren bij rampen is om een aantal redenen moeilijk. Voor een overzicht van de problemen (en wat je wél kan doen) raad ik dit artikel van Kelsey Piper aan, maar om het samen te vatten: de overvloed aan aandacht en middelen die ontstaat in de nasleep van een ramp leidt vaak tot enorme verspilling, omdat de logistiek om die middelen nuttig in te zetten ontbreekt.
Een veelgehoord advies voor effectief doneren luidt dan ook: voorkomen is beter dan genezen. Maar hoe doe je dat bij een natuurramp?
Sigal Samuel schreef voor Vox over een interessante oplossing: ‘anticipatory cash transfers’. Het idee, dat voortkomt uit de toenemende klimaatrisico’s in veel gebieden, komt erop neer dat je geld geeft aan mensen in een regio waar de kans op een natuurramp in de nabije toekomst groot is.
Natuurlijk is de toepassing bij aardbevingen beperkt, aangezien we nog niet in staat zijn aardbevingen accuraat te voorspellen (nee, je hond ook niet). Maar voor veel extreme weersomstandigheden zoals overstromingen, orkanen en droogte hebben we een aardig idee van wanneer ze gaan plaatsvinden. Met behulp van mobiele betalingen kunnen organisaties snel en zonder gedoe inwoners van kwetsbare regio’s een kleine buffer sturen.
De eerste resultaten zijn veelbelovend. Samuel beschrijft hoe het World Food Programma een bedrag van 53 dollar stuurde naar 23 duizend huishoudens in Bangladesh dat op het punt stond te overstromen. Huishoudens die het geld ontvingen hadden 36 procent minder kans op een dag zonder eten en lukte het vaker om tijdig te evacueren. Ook drie maanden later was het welzijn van deze huishoudens nog hoger.
De les hier is volgens mij simpel: wacht niet met doneren tot iets op het achtuurjournaal komt, want vaak is het dan al te laat.
Uit The Gospel of Wealth (1889), door Andrew Carnegie:
“Thus is the problem of Rich and Poor to be solved. The laws of accumulation will be left free; the laws of distribution free. Individualism will continue, but the millionaire will be but a trustee for the poor; intrusted for a season with a great part of the increased wealth of the community, but administering it for the community far better than it could or would have done for itself.”
🤢